Scheidingstrajecten
Opmerking vooraf: als ik het begrip ‘(echt)scheiding’ gebruik, slaat dat op zowel het uit elkaar gaan bij huwelijk als bij geregistreerd partnerschap. Bij ‘samenwoners’ ligt het vaak anders, maar daar is het ook goed om een overeenkomst te sluiten.
Scheiding Algemeen
Welke (juridische) spelregels er verbonden zijn aan het ‘uit elkaar gaan’, hangt af van jullie relatievorm.
Ben je ‘samenwonend zonder samenlevingscontract’, dan zijn er geen regels in de wet opgenomen voor het beëindigen van de relatie (jullie zijn juridisch dan ‘niks van elkaar’). Hebben jullie wél een samenlevingscontract opgesteld, dan hebben jullie wél een juridische band en wikkel je de beëindiging af volgens de overeenkomst. In beide gevallen is het verstandig een overeenkomst op te (laten) stellen waar je op terug kunt vallen.
Hebben jullie een ‘geregistreerd partnerschap‘, dan is dit te beëindigen met of zonder tussenkomst van de rechter. Zónder rechter kan alleen als er geen minderjarige kinderen zijn waarvan jullie beiden juridisch ouder zijn danwel waar jullie gezamenlijk het gezag over uitoefenen. Er moet een overeenkomst tussen jullie worden opgesteld waarin de afwikkeling van jullie geregistreerd partnerschap wordt beschreven. Daarnaast dienen jullie door een advocaat of notaris een verklaring te laten opstellen dat jullie zo’n overeenkomst hebben gesloten. Deze verklaring moet binnen drie maanden worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Als deze mogelijkheid niet open staat, gaat de scheiding net als bij ontbinding van een huwelijk.
Zijn jullie getrouwd, dan loopt de ontbinding altijd via de rechter. Daarbij is het verplicht dat een advocaat de vereiste stukken bij de rechtbank indient. Het maakt daarbij niet uit of jullie ‘gewoon’ gehuwd zijn (vóór 2018 heette dat ‘in algehele gemeenschap van goederen’ en vanaf 2018 ‘in beperkte gemeenschap van goederen’) of dat er sprake is van huwelijkse voorwaarden. Bij een huwelijk spreken we specifiek van ‘echtscheiding’. In geval van een huwelijk bestaat er nog zoiets als ‘scheiding van tafel en bed’: dit kom je soms nog tegen in religieuze kringen. Het moet ook via de rechter, maar je blijft nog getrouwd. Dus als je écht van elkaar af wilt, moet je toch gaan voor de echtscheiding.
De juridische grond voor een scheiding (daarmee bedoel ik verder zowel die bij geregistreerd partnerschap als bij huwelijk) is ‘duurzame ontwrichting’. Daar hoeven jullie het niet per sé beiden mee eens te zijn: ook als één van jullie dat (op goede gronden) vindt, kan er om een scheiding verzocht worden. Als de rechter tot uitspraak is gekomen (de beschikking heeft afgegeven) en die binnen 6 maanden in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente waar het huwelijk is gesloten is ingeschreven, is het huwelijk ontbonden.
Zoals gezegd: een scheidingsverzoek kan eenzijdig (van één van jullie) of gezamenlijk zijn. Daar zitten wat procedurele verschillen tussen. Wél geldt in alle gevallen dat het indienen van het scheidingsverzoek het moment is waarop juridisch de (huwelijks)gemeenschap eindigt. De scheiding zélf is pas later.
Procedure bij eenzijdig verzoek
Momenteel wordt minder dan de helft van de verzoeken eenzijdig ingediend. Ik zou zeggen: hoe minder hoe beter. Maar het lukt nu eenmaal niet altijd het gezamenlijk te doen. Degene van jullie die het initiatief neemt, moet een advocaat inschakelen om het scheidingsverzoek bij de rechtbank in te laten dienen. Als jullie beiden juridisch ouder zijn of het gezamenlijk gezag hebben over minderjarige (d.w.z. jonger dan 18) kinderen, dient er bij het verzoekschrift een ouderschapsplan te worden gevoegd. Dat zal in de praktijk problemen op kunnen leveren omdat jullie daar dan eigenlijk al samen de afspraken rondom de kinderen in gemaakt moeten hebben.
Naast het echtscheidingsverzoek zelf (en het eventuele ouderschapsplan) kan de advocaat de rechter verzoeken beslissingen te nemen m.b.t. de ‘nevenvoorzieningen’: het afwikkelen van de (huwelijks)gemeenschap en de eventuele huwelijkse voorwaarden / partnerschapsvoorwaarden (verrekeningen); voortzetting van bewoning van de echtelijke woning; vaststelling van kinderalimentatie en eventuele partneralimentatie. De ander krijgt binnen 14 dagen via de deurwaarder een afschrift van het verzoekschrift bezorgd. Daarin staat ook hoeveel tijd je hebt om een verweerschrift in te dienen (dat wil je meestal wel en doorgaans heb je daar 6 weken voor). Dat doe je niet zelf: advocaat nummer twee komt in beeld. Het verweer zal je doorgaans niet zozeer tegen de scheiding zélf voeren, maar vooral tegen de nevenvoorzieningen en het ingediende ouderschapsplan. Als dit teveel vertraging oplevert, kan de rechter ook eerst de formele echtscheiding uitspreken en later de overige geschilpunten behandelen.
Kun je je geheel vinden in het verzoek dat de ander heeft laten indienen, dan kun je wachttijd besparen door een ‘referteverklaring’ te tekenen (je voert dan geen verweer). De rechter zal dan kunnen overgaan tot uitspraak. Voer je wél verweer, dan worden jullie opgeroepen om op zitting te verschijnen (is niet verplicht, maar wel handig als je je beter wilt verdedigen). Vaak wordt binnnen vier weken uitspraak gedaan. Tegen deze uitspraak (die vastgelegd is in een beschikking) kunnen jullie in hoger beroep gaan en daarna nog eventueel in cassatie. Beide hebben een termijn van 3 maanden om dat beroep in te dienen. Om geen lange onzekerheid te laten bestaan over de voorzieningen, wordt in de rechterlijke beschikking vaak vermeld dat deze ‘uitvoerbaar bij voorraad’ is. Dat houdt in dat er wél beroepsmogelijkheid is, maar dat de beschikking wel meteen uitgevoerd dient te worden.
Als jullie niet in beroep gaan, zal de griffier van de rechtbank na de beroepstermijn een ‘verklaring van non-appèl’ afgeven waarmee de beschikking onherroepelijk wordt (die gaat dan ‘in kracht van gewijsde’). Willen jullie die beroepstermijn van 3 maanden niet afwachten, dan kunnen jullie een ‘akte van berusting’ tekenen. Daarmee wordt de beschikking ook onherroepelijk en kan (moet) die (binnen 6 maanden) worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De (echt)scheiding is daarmee een feit.
In de procedure worden kinderen die tussen 12 en 18 jaar oud zijn ook apart door de (kinder)rechter gehoord. Ze kunnen dan hun mening geven over hetgeen jullie hebben afgesproken in het ouderschapsplan en vanaf 16 jaar ook over het hun betreffende financiële deel. Eventueel kan dat leiden tot aanpassingen.
Soms is het nodig om zaken eerder te regelen dan de normale procedure toelaat. Dan kan een van jullie een ‘procedure voorlopige voorzieningen’ starten, die uiterlijk 3 weken na indiening in behandeling wordt genomen. De rechter zal daarna zo snel mogelijk uitspraak doen, die meteen ingaat. Het betreft dan regelingen omtrent de kinderen, partneralimentatie, huisvesting en verdeling van (persoonlijke) bezittingen. Nadat de echtscheiding, na afloop van de reguliere procedure, formeel is, vervallen de voorlopige voorzieningen. De ‘nevenvoorzieningen’ gaan dan gelden. Belangrijk om te weten: de voorlopige voorzieningen vervallen ook als niet binnen 4 weken na de beschikking daarover het verzoek tot echtscheiding is ingediend! Kort dag dus om nog samen een ouderschapsplan op te stellen of überhaupt e.e.a. te regelen!
Procedure bij gezamenlijk verzoek
Meer dan de helft van de scheidingsverzoeken wordt op dit moment op gemeenschappelijke basis ingediend. En als dat jullie ook lukt, is dat heel mooi. Het geeft jullie de meeste rust en ruimte om tot goed gedragen afspraken te komen over zowel de kinderen als over de financiële afwikkeling van jullie relatie. Jullie kunnen dan een compleet pakket afspraken, vastgelegd in een convenant en eventueel ouderschapsplan, naast het scheidingsverzoek zelf, door een advocaat laten indienen bij de rechtbank.
Tenzij jullie kinderen het niet eens zijn met het ouderschapsplan zal er geen zitting plaatsvinden. En na de uitspraak van de rechter en het ondertekenen van een ‘akte van berusting’ zal de inschrijving van de beschikking snel kunnen volgen. Daarmee is de procedure zelf sneller en veel zekerder qua uitkomst dan bij een eenzijdig verzoek.
Jullie zullen net zoveel gegevens moeten aanleveren als bij de eenzijdige procedure, maar nu kunnen jullie (met hulp van een deskundige begeleider) zelf de afspraken vorm geven i.p.v. dat de rechter beslist. Die toetst het ouderschapsplan aan de wettelijke vereisten, maar zal doorgaans het convenant volgen voor de rest.
Of jullie mij willen kiezen als die deskundige begeleider, is uiteraard aan jullie. Je komt meer over mijn begeleiding en mijn achtergrond te weten op de pagina’s ‘Begeleiding’ en ‘Over mij’.